Het koudegetal, ook wel aangeduid als wintergetal Hellmann (H), wordt bepaald uit van het dagelijks etmaalgemiddelde van de temperatuur. Dat is het gemiddelde over 24 uur, dat bepaald wordt uit de 24 uurlijkse temperatuurmetingen op een dag. Alle etmaalgemiddelden beneden het vriespunt over de periode 1 november tot en met uiterlijk 31 maart worden opgeteld, zodat uiteindelijk één (koude)getal wordt verkregen. Daarvan wordt het minteken weggelaten.
Classificatie van winters volgens het Hellmann-koudegetal
Koudegetal Hellmann (H) |
Classificatie |
Frequentie |
H > 300 |
streng |
eens per 50 jaar |
160 < H < 300 |
zeer koud |
eens per 10 jaar |
100 < H < 160 |
koud |
eens per 3 jaar |
40 < H < 100 |
normaal |
n |
20 < H < 40 |
zacht |
eens per 3 jaar |
10< H < 20 |
zeer zacht |
eens per 10 jaar |
0 < H < 10 |
buitengewoon zacht |
eens per 50 jaar |
Hellmann-koudegetal
winter 2021-2022
: 2,9 tussenstand op 24 december 2021)
(Hellmann) Koudegetallen
sinds 1901(*)
(*) Cijfers tot en met 2003 = De Bilt. Vanaf 2004 = Weerstation Lint